Wat is het en wat kan ik er mee?
Het Internet der Dingen of IoT (Internet of Things) zoals het vaak in het Engels wordt aangeduid. Wat is het eigenlijk?
Wat is Internet der Dingen?
Uitleggen wat Internet is, is in de huidige wereld niet meer nodig. Je kunt met iedereen in contact komen via het wereldwijde netwerk en je kunt alle informatie, trends en personen vinden die je zoekt. Dit is eigenlijk al een tweede fase van het Internet, in eerste instantie werd het enkel gebruikt om informatie te publiceren welke anderen konden lezen. Op dit moment wordt het Internet voor het grootste deel gebruikt om met elkaar contact te houden via sociale media (Facebook, WhatsApp, Twitter, Instagram, LinkedIn, etc.). Het gebruik is dus gewijzigd van informatie publiceren tot interactie tussen mensen.
De volgende fase die het Internet gaat doormaken is dat apparaten met elkaar communiceren en dat veelal zonder tussenkomst van mensen. Ontwikkelingen in alle branches geven aan dat alle mogelijke apparaten aan het Internet verbonden worden. En niet enkel apparaten zoals het standaard voorbeeld van de intelligente koelkast, maar veelal kleine sensoren die een enkel onderdeel meten en de meetgegevens continu doorsturen via Internet. Naar verwachting zijn er in 2020 enkele tientallen miljarden apparaten verbonden met Internet! Dat zijn dus vele malen meer apparaten dan er mensen op de aarde leven. Tel daarbij op dat sommige apparaten meerdere zaken meten, dan geeft dat een idee van de hoeveelheid gegevens die hiermee beschikbaar kan worden gesteld via Internet. Een smartphone is bijvoorbeeld continu op de hoogte van de locatie waar je je bevindt, je website gedrag, je activiteit op sociale media, je belgedrag en nog vele andere zaken. Daarmee is de smartphone meteen een van de sensoren die de meeste informatie verzamelt. Gelukkig worden deze gegevens niet allemaal naar Internet gestuurd, deels is hiervoor de toestemming nodig van de gebruiker van de smartphone.
De laatste jaren zijn er al vele apparaten beschikbaar gekomen die een verbinding hebben met het netwerk. Veelal zijn deze weer verbonden met een centrale unit in huis of met de smartphone. Dit heeft als nadeel dat er twee onderdelen benodigd zijn voor het gebruik van deze “slimme” apparaten, namelijk het apparaat zelf en de centrale unit (of smartphone) en bij een defect van de centrale unit de apparaten wellicht ook waardeloos zijn geworden. De trend hierin is duidelijk dat de apparaten hun gegevens rechtstreeks via Internet versturen en een centrale unit of smartphone hiervoor niet meer noodzakelijk is.
Hoe gaat het Internet der Dingen míj helpen?
Om te begrijpen wat dit voor invloed kan hebben op je dagelijks leven hieronder enkele voorbeelden.
We beginnen bij het standaard voorbeeld van de intelligente koelkast. De koelkast kan door middel van de sensor meten wanneer de melk bijna op is en dat via een smartphone App aan jou doorgeven. Door deze informatie te combineren met de prijslijsten van de supermarkten bij jou in de buurt, is het tevens mogelijk om aan te geven waar de melk het goedkoopste is op dat moment. Als er meerdere sensoren gebruikt worden om de voorraad van supermarkt artikelen te meten, dan is het mogelijk om automatisch een boodschappenlijstje te maken van wat gekocht moet worden. Door de combinatie van de prijzen van de supermarkten in de buurt, kun je weer zien welke supermarkt voor al deze boodschappen samen het goedkoopste is. Als we nog een stap verder gaan, dan kan de bestelling automatisch geplaatst worden bij de goedkoopste online supermarkt in de buurt en staan je boodschappen al klaar als je thuis komt. Of je rijdt onderweg langs de supermarkt om jouw boodschappen die al klaar staan af te halen en zo tijd te winnen.
Een voorbeeld voor de tuin. Het voorjaar en de zomer van 2015 waren erg droog en menige tuin zag er hierdoor wat dor uit. Bij het gebruik van automatische sproeiers die via Internet aangestuurd kunnen worden, kun je vanaf afstand je sproeiers aanzetten vanaf je smartphone. Indien dit gecombineerd wordt met een sensor die de droogte van de aarde meet, kan er zonder jouw tussenkomst beregend worden op momenten dat de grond te droog is geworden. Door meerdere sensoren te gebruiken, kun je dit zelfs beperken tot gedeeltes van de tuin (bijvoorbeeld onder de bomen waar het vaak droger is). Als je dit gaat combineren met de informatie over het weer die via Internet beschikbaar is, wordt er enkel beregend als er de verwachting is dat het nog minimaal 24 uur droog zal blijven. Hiermee kun je water en stroomverbruik besparen, ziet je tuin er picobello uit en hoef je er zelf niet op te letten.
Ga je zakelijk en privé met elkaar verbinden, dan zijn er nog meer mogelijkheden. Stel je voor dat een sensor in jouw auto detecteert dat een onderdeel van de auto bijna versleten is. De auto meldt dit bij jouw favoriete garage. Automatisch wordt er een afspraak gemaakt om langs te komen en deze afspraak wordt ook bij jou in de digitale agenda gezet. Het onderdeel wordt automatisch besteld en is aanwezig op het moment dat je bij de garage komt. Combineer dit met 3D-printers en het onderdeel hoeft niet besteld te worden, maar wordt automatisch geprint met de 3D-printer bij de garage en toegekend aan de onderhoudsbeurt die ingepland is.
Dit zijn allemaal voorbeelden die ons een heleboel werk uit handen nemen en het leven aangenamer maken. Dat is ook de verwachting van het Internet der Dingen, de “dingen” regelen alles om ons heen, zodat wij ons enkel bezig hoeven te houden met de belangrijke dingen in het leven. Persoonlijke contacten, genieten en kinderen opvoeden bijvoorbeeld.
Zitten er dan geen risico’s aan?
Aan alle voordelen zitten ook weer nadelen. De belangrijkste nadelen hebben te maken met veiligheid en het eigenaarschap van alle gegevens die “ergens” opgeslagen worden.
Laten we beginnen met veiligheid. Je wilt niet dat inbrekers inzicht hebben in jouw digitale agenda, zodat ze weten wanneer er niemand thuis is.
Of dat de elektronische deursloten gehackt zijn en een inbreker met een iPad in de straat loopt en alle deuren automatisch van het slot gaan bij hem in de buurt. Dus zowel het versturen van de gegevens naar Internet als de opslag en het raadplegen van de gegevens dienen goed beveiligd te worden. Aangezien de gegevens op diverse plaatsen bij diverse instanties en bedrijven worden opgeslagen, dient dit voortdurend een aandachtspunt te zijn van de aanbieders van deze diensten. Het selecteren van een dergelijke oplossing op basis van de veiligheidsvoorzieningen die getroffen zijn door de aanbieder, is dan ook aan te raden.
Ook het eigenaarschap van de gegevens is van belang. Stel je voor dat je thuis automatisch je gezondheid meet met een hartslagmeter, bloeddrukmeter en suikerspiegel-meter, gecombineerd met je sportieve prestaties (lopen, fietsen, zitten, slapen, …). Dan wil je waarschijnlijk niet dat degene die deze gegevens opgeslagen heeft, dit deelt met de zorgverzekeraar. Stel je voor dat je niet gezond bent of weinig sport en de zorgverzekeraar bepaalt op basis daarvan dat je premie hoger wordt.
Anderzijds zou je als je gezond bent de gegevens wellicht wél willen delen met de zorgverzekeraar, als dat zou leiden tot een korting op de premie.
Het is dus erg belangrijk om persoonlijk de regie te kunnen houden over wie de gegevens wel en niet krijgt. Dit inzicht blijkt steeds duidelijker te worden in de markt. De consument (oftewel eindgebruiker) dient zelf de controle en regie te hebben over zijn eigen gegevens. Toekomstige ontwikkelingen zullen zich daar dan ook op focussen. Dit heeft als positief neveneffect dat hiermee de macht verschuift van de zakelijke bedrijven naar de consument, zoals het ook hoort.
2 gedachten over “Het Internet der Dingen”